24 september 2010

Beslagleggen: hoe gaat het in z’n werk?

Categorie: Procesrecht

Afgelopen dinsdag werd bekend dat Ajax beslag heeft gelegd op de Nederlandse bankrekening van Shota Arveladze. Arveladze zou volgens Ajax nog een bedrag van drie ton verschuldigd zijn aan de club. Een goede aanleiding om eens in te gaan op het beslagrecht.

Het is in Nederland, zeker ook in vergelijking met de landen om ons heen, heel eenvoudig om beslag te laten leggen. Juridisch gezien zijn er twee soorten beslagen; conservatoir en executoriaal. Conservatoir wil zeggen dat het gaat om een verhaalsbewarende maatregel. Bij executoriaal beslag gaat het om de uitwinning van een vonnis waaraan de tegenpartij weigert vrijwillig te voldoen.

Met een conservatoir beslag kun je dus proberen om de betaling van je rekeningen veilig te stellen. Wel heb je er een advocaat en een gerechtsdeurwaarder voor nodig. De advocaat moet namelijk eerst een verzoekschrift indienen bij de rechtbank. Als de toestemming voor het beslag is verleend, dan kan de deurwaarder aan de slag. Hij is degene die het beslag daadwerkelijk legt.

Conservatoir beslag

Vaak verleent de rechter nog dezelfde dag toestemming om beslag te mogen leggen. Er vindt geen zitting plaats. Sterker nog, de tegenpartij wordt, behoudens enkele uitzonderingssituaties (zoals bij een loonbeslag), überhaupt niet geïnformeerd. Dat is op zich logisch, want als je een beslag van tevoren zou moeten aankondigen dan is het verrassingseffect weg. In geval van een bankbeslag, zoals in het geval van Arveladze, zouden de rekeningen ongetwijfeld zijn leeg gehaald en het beslag treft dan geen doel.

De rechter beslist dus na een kort en summier onderzoek en gaat af op wat de advocaat in zijn verzoekschrift heeft gezet. Tegen de toestemming van de rechter is geen hoger beroep mogelijk. Wel kan er een kort geding worden opgestart waarin de rechter wordt gevraagd om het beslag op te heffen.
We noemen dit een opheffingskort geding. In de wet staat beschreven in welke situaties de rechter over moet gaan tot opheffing van het beslag. Zo zal het beslag worden opgeheven als de rechter van mening is dat er sprake lijkt te zijn van een niet bestaande vordering of een onnodig beslag.

Ook kan de beslagene, dus de persoon ten laste van wie het beslag is gelegd, ervoor kiezen om vervangende zekerheid te stellen, bijvoorbeeld door middel van een bankgarantie. Het beslag schiet zijn doel dan voorbij en daarom zal de rechter ook opheffen als er voldoende zekerheid wordt gesteld.

Tot slot is van belang om te weten dat er vrij snel na de datum van beslaglegging, een procedure moet worden opgestart. Bijna altijd gaat het om een periode van twee tot vier weken. Start je geen procedure op, of doe je dat te laat, dan vervalt het beslag automatisch.