A tip-off in times of corona: amend your health & safety policy and risk inventory now!
Met betrekking tot het vakantieverhuurbeleid, heeft de gemeente Amsterdam weer de spreekwoordelijke tik op de vingers gekregen. Op grond van de gewijzigde Huisvestingswet had de gemeente drie wijken in de stad aangewezen waarop een verbod voor vakantieverhuur zou gelden. De bestuursrechter heeft het aanwijzingsbesluit onverbindend verklaard. Het besluit is in strijd met de Huisvestingswet, zo oordeelt de bestuursrechter. In dit blog bespreek ik de uitspraak.
Op grond van de Huisvestingswet 2014 had de gemeente Amsterdam de wijken Burgwallen Oude Zijde en Nieuwe Zijde en Grachtengordel Zuid bij besluit aangewezen als wijken waar een totaalverbod geldt op vakantieverhuur. De vraag die de bestuursrechter in deze zaak centraal stelde is: “Is een totaalverbod op vakantieverhuur toelaatbaar op grond van de Huisvestingswet?”
De Huisvestingswet biedt aan gemeenten een instrumentarium om in te grijpen in de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Daarnaast is het vaste rechtspraak geworden dat de Huisvestingswet een instrumentarium beoogt te bieden ter bevordering van de leefbaarheid, mits de getroffen maatregelen noodzakelijk zijn en proportioneel.
In de uitspraak oordeelt de bestuursrechter dat een totaalverbod moet worden onderscheiden van een vergunningplicht. Bij een verbod op vakantieverhuur kan per definitie geen onttrekkingsvergunning voor vakantieverhuur worden verleend. Ook niet onder bepaalde voorwaarden. De rechter acht dit onderscheid van belang, omdat de wetgever in de Memorie van Toelichting bij de Huisvestingswet 2014 heeft bepaald:
“Een onttrekkingsvergunning kan slechts worden geweigerd als de gemeente het belang van het behoud van de woonruimtevoorraad zwaarder weegt dan het belang van de aanvrager bij de onttrekking”
Dat betekent dat de gemeente altijd per geval een belangenafweging dient te maken en dient te beoordelen of een vergunning al dan niet kan worden verleend. Een totaalverbod in een daartoe aangewezen wijk kan dan ook niet op een lijn worden gesteld met een vergunningsvoorwaarde of vergunningsvoorschrift.
De Huisvestingswet biedt geen mogelijkheid tot het invoeren van een totaalverbod op vakantieverhuur in bepaalde wijken. Het aanwijzingsbesluit dat in de uitspraak centraal stond is dan ook door de rechter onverbindend verklaard.
Tot slot biedt de rechter in de uitspraak andere mogelijkheden voor de gemeente Amsterdam om de leefbaarheid in de wijken te handhaven op grond van de Wet toeristische verhuur van woonruimten.
De Wet Toeristische verhuur van woonruimten is ingevoerd in januari 2021 en neergelegd in de Huisvestingswet. De wet biedt gemeenten onder meer de mogelijkheid om een quotum in te stellen en een nachtencriterium.
Als tweede maatregel heeft de bestuursrechter voorgesteld om een weigeringsgrond in de huisvestingsverordening neer te leggen, zodat een onttrekkingsvergunning voor vakantieverhuur kan worden geweigerd als een vergunning een negatieve invloed zou hebben op de leefbaarheid in de omgeving.
In mijn boek ‘de bestuursrechtelijke aanpak van vakantieverhuur van woningen’ heb ik onderzoek gedaan naar het doel en de strekking van de huisvestingswet en het begrip woningonttrekking. Daarnaast beschrijf ik in het boek de handhaving van toeristische verhuur van woonruimte door de gemeente Amsterdam op grond van de Huisvestingswet. Mijn boek is verkrijgbaar via deze link.
A tip-off in times of corona: amend your health & safety policy and risk inventory now!
Increase in Distressed M&A in The Netherlands
Insights from the global M&A market in 2020