16 april 2019

Slapend dienstverband

Categorie: Arbeidsrecht

Het leek zo simpel. De wetgever had eindelijk een oplossing gevonden voor het probleem van de langdurig zieke werknemer die door veel werkgevers ‘kunstmatig’ in dienst werd gehouden, zodat gewacht kon worden met betaling van de transitievergoeding. Het UWV zou deze transitievergoeding betalen, uit een potje van premies die werkgevers zelf betalen, dat wel. Nu blijkt dat de procedure bij het UWV minder zekerheid biedt en betaling op zich laat wachten. Wat te doen?

Slapend dienstverband, hoe zat het ook alweer?

Gedurende een periode van 104 weken is werkgever verplicht zijn zieke of arbeidsongeschikte werknemer loon door te betalen. Na deze periode vervalt (in principe) de doorbetalingsverplichting en staat het partijen vrij de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Nu is het gevolg hiervan wel dat de werkgever aan werknemer een transitievergoeding moet betalen. Om deze kosten te vermijden houdt de werkgever het dienstverband ‘slapend’. Op papier hebben partijen nog een dienstverband, maar er worden geen werkzaamheden meer verricht en er wordt ook geen loon betaald. Op deze manier is de werknemer technisch gezien niet ontslagen en blijft de transitievergoeding uit. Ik verwijs naar mijn vorige blog over dit onderwerp voor Sdu.

Doel van de wet

Om dergelijke situaties te vermijden is in juli 2018 een wet aangenomen waarin is bepaald dat werkgevers vanaf 2020 compensatie kunnen aanvragen bij het UWV na het betalen van een transitievergoeding, zodat deze door UWV betaald wordt in geval van beëindiging dienstverband op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. Op deze manier hoopt de wetgever de kosten voor de werkgever te drukken, en zo het aantal slapende dienstverbanden terug te brengen.

Uitvoering wet door UWV

Nu blijkt dat het UWV in de praktijk zeer terughoudend is met toezegging voor de betreffende compensaties. De feitelijke betaling laat om administratieve redenen ook lang op zich wachten. Veel werkgevers kiezen er dus voor het dienstverband slapend te houden, zodat de wet alsnog niet zijn gewenste werking heeft.

Is het slapend houden van een dienstverband toegestaan?

Een dergelijk slapend dienstverband, en daarmee het mislopen van de transitievergoeding kan frustrerend zijn voor de werknemer. Toch bleek tot voor kort uit rechtspraak dat het slapend houden van een dienstverband misschien onfatsoenlijk is, maar niet in strijd wordt geacht met goed werkgeverschap.

De voorzieningenrechter in Den Haag zag – mede op basis van de recente gewijzigde wetgeving – toch aanleiding van deze lijn af te wijken. Hij oordeelde op 28 maart jl. dat het in stand houden van een arbeidsovereenkomst met een terminaal zieke werkneemster (ontheven uit haar functie als statutair bestuurder waardoor het dienstverband een lege huls was geworden) in strijd was met goed werkgeverschap en verplichtte de werkgever de arbeidsovereenkomst op te zeggen onder toekenning van een transitievergoeding van EUR 150.067 bruto op straffe van een dwangsom.

Daartegenover staat dat twee kantonrechters in Overijssel en Limburg recent oordeelden – in lijn met bestaande rechtspraak – dat er geen wettelijke verplichting bestond voor de werkgever de arbeidsovereenkomst met een blijvend arbeidsongeschikte werknemer te beëindigen en dat geen sprake was van strijd met goed werkgeverschap of ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Conclusie: enkel in zeer schrijnende en ernstig verwijtbare gevallen loop je als werkgever het risico dat de rechter het slapend houden van het dienstverband ontoelaatbaar vindt.

Wat te doen bij slapend dienstverband?

Als werkgever moet je een afweging maken. Wanneer je het dienstverband slapend houdt stelt het de betaling van de transitievergoeding uit, maar het bedrag aan transitievergoeding loopt ondertussen wel op. Dat deel wordt door het UWV niet vergoed. Wanneer werknemer bijvoorbeeld een hoog salaris had kan de transitievergoeding behoorlijk oplopen. Wanneer je besluit het dienstverband te beëindigen ben je verplicht de transitievergoeding te betalen en zal het UWV de vergoeding in principe compenseren. Je moet de vergoeding an sich dan wel voor (kunnen) schieten.

Op dit moment lijkt het slapend houden van het dienstverband alleen voordelig voor de werkgever die de transitievergoeding echt niet voor kan schieten en niet kan wachten tot 2020 en in welke situatie geen sprake is van een evident schrijnende situatie voor de werknemer. In alle andere gevallen is directe betaling van de transitievergoeding op de lange termijn toch het goedkoopst.

Vragen over slapend dienstverband?

Neem gerust vrijblijvend contact op.