13 september 2022

Overtreding van de Wwft hoeft niet altijd tot sanctie te leiden

Categorie: Bestuurlijke boete, Procederen en advies

Naleven van de Wwft voor bedrijven is soms best lastig. De regels zijn soms vaag en de leidraad Wwft die voor diverse sectoren een handreiking geeft over de Wwft regels biedt ook niet altijd uitkomst. en Kort introducte in de Wwft.

Wat is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)?

De naam van deze wet zegt het al: de Wwft is een wet die regels stelt aan bepaalde entiteiten om zodoende witwassen en financieren van terrorisme te voorkomen. De Wwft is per 1 augustus 2008 in werking getreden. De Autoriteit Financiële Markten is in Nederland de verantwoordelijke toezichthouder voor het Wwft-toezicht op beleggingsondernemingen, beleggingsinstellingen, icbe’s en financiële dienstverleners alsmede bijkantoren in Nederland. Ander toezichthouder doen dat voor andere sectoren. De Kansspelautoriteti doet bijvoorbeeld voor gokbedrijven met een kansspelvergunning.

Overtreding Wwft; belastingadviseur, makelaar notaris en advocaat

Ook de belastingadviseur, de makelaar, de advocaat en de notaris zijn gebonden aan de verplichtingen uit de Wwft. Deze beroepsgroepen worden gezien als kanalen die (gemakkelijk) door derden voor witwassen kunnen worden gebruikt. Om het risico van witwassen te mitigeren moeten deze beroepsgroepen dus onder meer cliëntenonderzoek verrichten. De Deken van de orde van Advocaten zal toezicht houden op de naleving van de regels uit de Wwft door advocaten en het toezicht over de belastingadviseur wordt geregeld door het Bureau Financieel Toezicht (BFT).

De Wwft is van toepassing op beleggingsinstellingen in crypto’s?

De implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn is op 25 juli 2018 in werking getreden. In die richtlijn staan nieuwe eisen voor financiële ondernemingen (zoals banken). Banken hebben de verplichting om ook instellingen die in crypto’s handelen verscherpt te controleren. In mijn andere blog lees je daar mee over.

Sterker nog, er is al een (vijfde) anti-witwasrichtlijn in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. In de vijfde anti-witwasrichtlijn is het toepassingsbereik verruimd tot aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta alsook aanbieders van bewaarportemonnees. In de richtlijn staat vermeld dat – om het witwassen van geld en terrorismefinanciering (AML/CFT) tegen te gaan – de bevoegde autoriteiten in staat moeten kunnen zijn om via meldingsplichtige entiteiten het gebruik van virtuele valuta te kunnen monitoren.

Overtreding Wwft; bestuurlijke boete of last onder dwangsom?

Zoals gezegd, bij belastingadviseurs is het BFT degene die toezicht moet houden. In de zaak voor de rechtbank Rotterdam van 13 april 2018 kwam aan de orde dat een van de belastingadviseurs zich niet had gehouden aan het cliëntenonderzoek. De belastingadviseur in kwestie had namelijk nagelaten om de Ultimate Beneficial Owner (UBO) te identificeren.

En dat is wel een van de verplichtingen uit de Wwft: indien er sprake is van een zakelijke relatie (en de zaak voldoet aan de overige vereisten van de Wwft) dan dient de belastingadviseur een cliëntenonderzoek te verrichten waarbij de belastingadviseur

a) de cliënt dient te identificeren en diens identiteit te verifiëren, en

b) de uiteindelijk belanghebbende van de cliënt dient te identificeren; en

c) op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om zijn identiteit te verifiëren.

Dat had de belastingadviseur in deze zaak bij een aantal dossiers nagelaten. Het BFT heeft daarom een bestuurlijke boete opgelegd. Indien het BFT constateert dat de Wwft onvoldoende wordt nageleefd dan is zij bevoegd om bestuursrechtelijk of tuchtrechtelijk op te treden. Het BFT kan een bestuurlijke boete (tot wel EUR 1 miljoen euro en in het geval van recidive zelfs EUR 2 miljoen euro) en (of) een last onder dwangsom opleggen. Naast deze bevoegdheid bestaan er nog andere bevoegdheden voor het BFT. In ernstige gevallen dient het BFT aangifte te doen bij de Officier van Justitie. De Officier van Justitie kan vervolgens een strafrechtelijk onderzoek instellen.

Is er altijd altijd een cliëntenonderzoek nodig?

In de Wwft is ook bepaald dat de Wwft niet van toepassing is op cliënten voor wie (onder meer) de belastingadviseur, de advocaat en de notaris werkzaamheden verricht:

i) ter bepaling van zijn rechtspositie;

ii) ter zake diens vertegenwoordiging en verdediging in rechte;

iii) met betrekking tot het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding;

iv) met betrekking tot het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding.

De zinssnede “de bepaling van de rechtspositie van een cliënt” moet restrictief worden uitgelegd. Tegen de achtergrond van de geheimhoudingsbepalingen van de advocaat en de notaris moet gelegenheid worden geboden vast te stellen welke dienstverlening wordt verlangd. Zo moet de advocaat wel de mogelijkheid worden geboden om te bekijken wat er precies aan de hand is en wat er moet worden gedaan.

UBO dient onderzocht te worden en u cliëntenonderzoek is nodig

De navolgende punten zijn nog van belang. Indien een andere instelling al een cliëntenonderzoek heeft verricht, betekent dat niet dat het de andere instelling vrij staat om geen cliëntenonderzoek te doen. Sterker nog, het niet zelf identificeren of het te laat identificeren wordt als een ernstige overtreding gezien waarvoor geen herstelmogelijkheid bestaat. Ondanks de reeds vastgestelde UBO moet de instelling alsnog een eigen onderzoek opstarten. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten dat de betaling van het voorschot niet van invloed is op de vraag of er al een zakelijke relatie is. Ook zonder betaling van het voorschot kan er al sprake zijn van een zakelijke relatie. Een ander veel gehoord argument is dat het cliëntenonderzoek naderhand heeft plaatsgevonden en dus ook voldoende moet zijn. Ook dat is geen sterk argument. Het cliëntenonderzoek en dus het verifiëren van de identiteit moet gebeuren bij aanvang van de dienstverlening en waar nodig worden bijgeschaafd gedurende de dienstverlening.

Matiging van de bestuurlijke boete?

In het Besluit Bestuurlijke Boetes Financiële sector (BBBFs) is bepaald dat het niet voldoen aan het cliëntenonderzoek door bijvoorbeeld de UBO niet te identificeren in boetecategorie 2 valt. Het basisbedrag is EUR 500.000 en kan vervolgens door de toezichthouder verder worden gematigd/verhoogd. Omstandigheden die bij matiging worden meegenomen zijn bijvoorbeeld de jaarlijkse omzet, de draagkracht van de instelling, de tijd die is verstreken, het aantal keer dat de Wwft is overtreden, et cetera.

Hebt u een bestuurlijke boete of last onder dwangsom van de toezichthouder ontvangen? Of hebt u hieromtrent andere vragen? Neem vrijblijvend contact op met het team bestuursrecht van Blenheim.