18 januari 2021

Hoe maak je bezwaar tegen aantasting natuur?

Categorie: Ruimtelijke Ordening

 

Er zijn tal van activiteiten die schade aan de natuur kunnen veroorzaken. Dat is op zichzelf al een belang dat veel particulieren en ondernemers aan het hart gaat, maar kan tegelijk ook een economisch effect hebben op bijvoorbeeld de perceelwaarde en/of bedrijfsomzet van beide groepen. Bestuursorganen moeten daarom, bijvoorbeeld bij het vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen of bij het verlenen van omgevings- of milieuvergunningen, rekening houden met de milieu-impact van hun plannen. De realisering van dergelijke ruimtelijke ontwikkelingen zorgt niet zelden voor een aanzienlijke stikstofdepositie op nabijgelegen natuurgebieden, nog afgezien van effecten als verslechtering van de luchtkwaliteit, bodemverstoring en aantasten van de plaatselijke planten- en diersoorten. De overheid dient daar dan ook specifiek en met deskundige onderbouwing op ingaan.

Overheidsbesluit kan aantasting van natuur veroorzaken

Tegen de meeste van de besluiten die worden gegeven om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken, kan door ondernemers en particulieren worden geprocedeerd. De praktijk leert dat de groep mensen die omwille van de natuurbescherming tegen ruimtelijke ontwikkelingen willen opkomen, vaak omwonenden/eigenaren van nabijgelegen percelen zijn of ondernemers wiens bedrijfsvoering sterk afhankelijk is van nabijgelegen natuur. Deze mensen lopen er vaak tegen aan dat door de wetgever grenzen zijn gesteld aan de grootte van de groep burgers die tegen een dergelijk besluit op kunnen komen, nu diegene als ‘belanghebbende’ moet kunnen worden aangemerkt en omdat zij zich alleen kunnen beroepen op een norm die ook daadwerkelijk strekt tot bescherming van zijn of haar belangen.

1: je moet belang hebben

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”) neemt als uitgangspunt dat diegene die rechtstreeks of feitelijk gevolgen ondervindt van een activiteit die door het besluit mogelijk wordt in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Daarbij geldt wel dat sprake moet zijn van “gevolgen van enige betekenis”. Daarvan is geen sprake als de gevolgen wel vastgesteld kunnen worden, maar zij voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene zodanig gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit niet wordt aangenomen.

Bij de beoordeling van deze gevolgen neemt de Afdeling – onder meer – factoren als afstand tot, zicht op, de planologische uitstraling van en milieugevolgen van de toekomstige ontwikkeling in overweging. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de gevolgen kunnen van belang zijn (ECLI:NL:RVS:2017:2271). Ter illustratie, een omwonende op meer dan 100 meter van een bestreden bouwplan met geen dan wel zeer beperkt zicht op dat bouwplan, wordt door de Afdeling niet aangemerkt als belanghebbende wanneer de ruimtelijke uitstraling van het bouwplan niet dermate groot is dat de betrokkene op basis daarvan alsnog rechtstreeks in zijn belang wordt geraakt (ECLI:NL:RVS:2018:2396).

2: het relativiteitsvereiste

Naast de vraag of iemand wel belanghebbende is bij een besluit, werpt de Algemene wet bestuursrecht ook een horde op in de vorm van het relativiteitsvereiste. In het geval van de bescherming van een natuurgebied kan dit in het bijzonder voor moeilijkheden zorgen. Het behoud van een natuurgebied betreft namelijk in beginsel een algemeen belang dat beschermd wordt door de Natuurbeschermingswet (hierna: “Wnb”). Met andere woorden, de normen die voortvloeien uit de Wnb strekken tot bescherming van dit algemeen belang; zij beogen in principe niet de persoonlijke belangen van burgers te beschermen.

De Raad van State heeft vaste rechtspraak opgesteld in dit verband. Het is volgens die rechtspraak mogelijk voor bewoners van en omwonenden bij een natuurgebied (of eigenaren van percelen nabij een natuurgebied) om zich de natuurbeschermingswetgeving aan te trekken. Nog recent gaf de Afdeling haar oordeel op dit punt in een zaak waar het perceel van een burger op zes meter afstand van een Natura 2000-gebied lag en de betrokkene vreesde voor een teveel aan stikstofdepositie op dit natuurgebied. De Afdeling oordeelde dat gelet op deze korte afstand het belang van de betrokkene bij het behoud van een goede kwaliteit van haar woonomgeving zo verweven is met de algemene belangen die de Wnb beoogt te beschermen, dat niet kan worden geoordeeld dat de betrokken normen van de Wnb kennelijk niet strekken tot bescherming van betrokkene haar belangen (ECLI:NL:RVS:2020:1110).

Praktische tips voor groepen burgers/ondernemers die zich willen hard maken voor natuurbescherming

Wanneer in een bepaalde situatie geen sprake kan zijn van een zodanige verwevenheid van algemene en individuele belangen, bestaat nog de mogelijkheid om met een collectief een aparte rechtspersoon te vormen, die in het teken staat van de bescherming van het natuurbelang en zo een bestuursrechtelijke procedure te starten tegen een besluit zoals hierboven genoemd. Indien deze weg bewandeld wordt, dient aangetoond te worden dat de rechtspersoon zijn algemene en collectieve belangen ‘krachtens zijn doelstellingen en blijkens de feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigt’. Uit de doelstellingen én uit de werkzaamheden die feitelijk worden uitgevoerd, dient dus te blijken aan welk algemeen belang door dit collectief wordt bijgedragen.

Oprichten formele vereniging als belangenorganisatie

In 2006 heeft de Afdeling haar jurisprudentielijn gewijzigd en het standpunt ingenomen dat een belangenorganisatie die voor het belang van haar leden opkomt, in beginsel daarmee opkomt voor een collectief belang, tenzij het tegendeel blijkt (ECLI:NL:RVS:2006:AY6762). Het oprichten van een formele vereniging via een notariële akte behoort ook tot de mogelijkheden wanneer een groep particulieren en/of ondernemers gezamenlijk wenst bij te dragen aan het behoud van een natuurgebied. Het voornaamste verschil met een informele vereniging betreft de verplichting, neergelegd in artikel 2:27 BW de formele vereniging op te doen richten bij notariële akte. De formele vereniging dient te zijn ontstaan uiterlijk op de dag waarop de bezwaartermijn eindigt om te kunnen worden aangemerkt als belanghebbende rechtspersoon (ECLI:NL:RVS:2004:AQ5717).

Oprichten informele vereniging om belangen te bundelen

Eén van de mogelijkheden om aan deze vereisten te voldoen betreft het oprichten van een informele vereniging. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling blijkt dat er hiervoor 1) een ledenbestand dient te bestaan, dat 2) het moet gaan om een organisatorisch verband dat is opgericht voor een bepaald doel – wat inhoudt dat er sprake moet zijn van regelmatige ledenvergaderingen, een bestuur en een samenwerking die op enige continuïteit is gericht – en dat 3) de organisatie als eenheid dient deel te nemen aan het rechtsverkeer (ECLI:NL:RVS:2016:1370).

Allereerst dient dus vastgesteld te worden welk algemeen belang door deze vereniging behartigd wordt, waarna de informele vereniging bij de Kamer van Koophandel kan worden ingeschreven. Vervolgens dient een ledenbestand opgesteld en vastgelegd te worden, zullen regelmatig ledenvergaderingen georganiseerd moeten worden en dient tijdens één van deze vergaderingen een bestuur gekozen te worden. Hierbij is het ook van belang notulen van deze ledenvergaderingen op te stellen en deze te bewaren. Voorts is het verstandig een – eventueel zeer laag – bedrag aan contributie te heffen en gezamenlijk te bepalen waar het totaalbedrag aan besteed zal worden. Indien het mogelijk is dit bedrag in te zetten voor de samenwerking binnen de vereniging op lange termijn, levert dit een extra element op waaruit blijkt dat daadwerkelijk gesproken kan worden van een organisatorisch verband dat is opgericht voor een specifiek doel.

Vraag tips aan advocaat wanneer schade aan de natuur dreigt

Het is goed om in procedures tijdig over deze stappen na te denken en daarbij een advocaat te betrekken. Zeker omdat, in aanvulling op wat hiervoor is benoemd, het ruimtelijk bestuursrecht nog vele andere valkuilen – en kansen – kent die tijdig moeten worden vermeden respectievelijk benut. Zorg dat u medestanders vindt die ook dezelfde zaak willen steunen. Gezamenlijk staat u sterker,