12 november 2016

Dwangsom gemeente voor herstel fundering

Categorie: Vastgoedrecht

Indien sprake is van een overtreding van regelgeving dan kan de gemeente een last onder dwangsom opleggen. In deze zaak gaat het om bouwregelgeving; de Woningwet en het Bouwbesluit toegespitst op de fundering van het pand. De gemeente heeft de dwangsom opgelegd door een dwangsombesluit, omdat het pand niet aan de bouweisen zou voldoen. Zo zou de fundering niet meer aan de eisen voldoen en is het schilderwerk van het pand volgens het bestuur in matige staat. De eigenaar stelt dat onderzoek naar de staat van zijn pand en de metingen aan de fundering die daarvoor zijn verricht, niet goed zijn uitgevoerd. De eigenaar van het pand is met zijn advocaat tegen het dwangsombesluit in hoger beroep gekomen bij de Raad van State. Voorafgaand aan het dwangsombesluit bestaat de mogelijk tot indienen zienswijze tegen het voornemen een besluit te nemen. Vraag altijd een advocaat bestuursrecht om een zienswijze tegen het voornemen in te dienen.

Fout onderzoek aan fundering

In hoger beroep betoogt de eigenaar dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de resultaten van de oploodmeting en de voorgevelwaterpassing niet zijn bestreden. Zij hebben van aanvang af erop gewezen dat de metingen niet volgens Maatwerk zijn verricht en dat ook de in de hoofdstukken 5.3 tot 5.6 van Maatwerk voorgeschreven werkwijze niet is toegepast. Het algemeen bestuur heeft ook erkend dat de metingen niet juist zijn verricht. De conclusie van de rechtbank dat het algemeen bestuur zich gelet op het CFO in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat funderingsherstel op korte termijn noodzakelijk is, is onjuist volgend de eigenaar van het pand.

Verplichting Woningwet tot onderhoud pand

Het verboden een bestaand bouwwerk in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat bouwwerk van toepassing zijnde voorschriften. Er gelden technische voorschriften gegeven omtrent de staat van een bestaand bouwwerk. Bijvoorbeeld in het Bouwbesluit: Ingevolge artikel 2.6, eerste lid, van het Bb, is een bestaand bouwwerk gedurende de restlevensduur voldoende bestand tegen de daarop werkende krachten. En voor de fundering: ingevolge artikel 2.7 bezwijkt een bouwconstructie niet gedurende de in NEN 8700 bedoelde restlevensduur van de fundering als bedoeld in NEN 8700.

Onjuiste metingen gemeente

Deze conclusie berust naast de onjuiste metingen ten onrechte alleen op een visuele inspectie. Anders dan het algemeen bestuur stelt, volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 18 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:817 niet dat een visuele inspectie volstaat. De eigenaar stelt volgens de Raad van State terecht dat uit enkel visuele waarneming van scheefstand als hier aan de orde niet onmiskenbaar volgt dat niet aan artikel 2.6, eerste lid, van het Bb, is voldaan. Voorts was in die situatie het zakkingsgedrag gemonitord door meetboutjes aan te brengen en de hoogte daarvan periodiek te meten.

Invordering dwangsom door rechter teruggedraaid

Het invorderingsbesluit berust op een last onder dwangsom waarvan nog niet aannemelijk is dat daaraan een overtreding ten grondslag ligt. Gelet op de aard van dit gebrek, alsmede de financiële gevolgen die het invorderingsbesluit heeft voor de eigenaar ziet de Raad van State aanleiding het besluit van 5 november 2014 bij wijze van voorlopige voorziening met terugwerkende kracht te schorsen. Hierdoor vervalt met terugwerkende kracht de grondslag aan het invorderingsbesluit. Dat besluit wordt vernietigd. De kosten van de funderingsdeskundige moeten voor € 75 per uur vergoed worden door de gemeente.

Uitspraak onterechte dwangsom fundering