3 mei 2013

Aansprakelijkheid bestuurder door schending persoonlijke zorgvuldigheidsnorm

Categorie: Bestuurdersaansprakelijkheid

De bestuurder van een vennootschap kan slechts naast die vennootschap uit onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) aansprakelijk zijn jegens derden (externe bestuurdersaansprakelijkheid) indien de bestuurder mede gelet op zijn verplichting tot behoorlijke taakuitoefening in de zin van artikel 2:9 BW, een persoonlijk voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. Een belangrijk arrest inzake externe bestuurdersaansprakelijkheid is HR 8 december 2006, NJ 2006/659 (Ontvanger/Roelofsen)

De bestuurder van een vennootschap kan slecht jegens de vennootschap ingevolge artikel 2:9 BW aansprakelijk zijn indien de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Een belangrijk arrest inzake interne bestuurdersaansprakelijkheid is HR 10 januari 1997, NJ 1997/360, beter bekend als Staleman/ Van de Ven.

De hoge drempel voor aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover of naast de door hem bestuurde vennootschap is door de rechtsspraak aangenomen in het belang van die vennootschap en de daarmee verbonden onderneming. Door deze hoge drempel wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen.

HR 23 november 2012, LJN: BX5881

In de uitspraak van de Hoge Raad van 23 november 2012 heeft de Hoge Raad niet in de hiervoor genoemde lijn geoordeeld. De Hoge Raad neemt niet de drempel van het ernstig verwijt maar acht de bestuurder aansprakelijk op basis van het schenden van een eigen op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting. De verklaring is gelegen in de concrete rechtsverhouding waarin partijen tot elkaar staan.

De feiten

Wat ging er aan het arrest vooraf? De heer en mevrouw Hoffmann wilden een tweede huis in Spanje kopen. Via een beurs kwamen zij in contact met de vennootschap “Van de Riet makelaardij B.V.”. De vennootschap presenteerde zich als de specialist in wonen aan de Costa Blanca. De vennootschap gaf aan een totaalconcept te bieden waarbij zij alle zaken die aan de orde zijn bij de aankoop van een woning in Spanje voor klanten regelt.
De vennootschap weet de heer en mevrouw Hoffmann te enthousiasmeren voor een vastgoedproject aan de Costa Blanca. Het stel reist af naar Spanje. In Spanje laat de bestuurder van de vennootschap verschillende projecten zien. Uiteindelijk bezichtigen de heer en mevrouw Hoffmann samen met de bestuurder een half afgebouwde villa. Het stel besluit het huis, na alle positieve verhalen van de bestuurder, te kopen. Echter een aantal maanden blijkt het huis compleet te zijn afgebroken. Op het stuk grond mocht blijkbaar niet worden gebouwd en om die reden waren er blijkbaar ook helemaal geen bouwvergunningen afgegeven.

Later in de procedure bleek dat de bestuurder de informatie had over de afwezigheid van bouwvergunningen en over de illegaal gebouwde villa’s in de gemeente waar de Hoffmanns het huis hadden gekocht.

Het stel is vervolgens een procedure gestart en heeft onder andere de vennootschap en de bestuurder aansprakelijk gesteld voor de geleden schade. De grondslag voor de vordering van de heer en mevrouw Hoffmann was dat de vennootschap en de bestuurder jegens hen een onrechtmatige daad hadden gepleegd met name door hen niet op de hoogte te brengen van het feit dat de villa illegaal gebouwd was en dat er een risico bestond op sloop.

De Rechtbank Den Bosch wijst de vorderingen af. Meneer en mevrouw Hoffman gaan vervolgens in beroep. Het Hof oordeelt dat zowel de bestuurder als de vennootschap onrechtmatig hebben gehandeld jegens de Hoffmanns.
De onrechtmatig handelende bestuurder treft volgens het Hof een ernstig verwijt omdat de bestuurder de wezenlijke voor hem bekende informatie over onder meer de afwezigheid van vergunningen achter heeft gehouden. De vennootschap wordt door het Hof mede aansprakelijk geacht nu de onrechtmatige gedragingen van de bestuurder in het maatschappelijk verkeer als gedragingen van de vennootschap kunnen worden aangemerkt. De vennootschap richt zich namelijk op bemiddeling tussen verkopers en kopers op het gebied van onroerend goed aan de Costa Blanca en heeft het project op de beurs gepresenteerd aan de Hoffmans.

Zowel de vennootschap als bestuurder worden dus door het Hof aansprakelijk bevonden voor de schade.

Schending persoonlijke zorgvuldigheidsnorm

De bestuurder gaat in cassatie en stelt dat het Hof de maatstaf voor externe bestuurdersaansprakelijkheid heeft miskend.
De bestuurder stelt dat een bestuurder van een vennootschap slechts naast die vennootschap uit onrechtmatige daad aansprakelijk kan zijn jegens derden, indien de bestuurder, mede gelet op grond van 2:9 BW, een voldoende persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Van dit laatste is volgens de bestuurder geen sprake.

De Hoge Raad verwerpt de klacht. Het gaat hier volgens de Hoge Raad niet om bestuurdersaansprakelijkheid wegens gebrekkige taakuitoefening, maar om een daarvan losstaande, eigen onrechtmatige daad van de bestuurder (die tevens aan de vennootschap kan worden toegerekend). Tegen deze achtergrond geldt in casu volgens de Hoge Raad het normale regime van art. 6:162 BW, en niet de strenge maatstaf van een voldoende ernstig persoonlijk verwijt.

Kort en goed, de bestuurder is volgens de HR niet aansprakelijk omdat hij in zijn hoedanigheid van bestuurder tekort is geschoten of zijn taken onbehoorlijk heeft vervuld, maar omdat hij een daarvan losstaande zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden.

In dit geval was het bemiddelen bij onroerend goed transacties dus geen bestuurshandeling. Dit is vergelijkbaar met een loodgieter die een waterleiding aanlegt en een advocaat die een advies afgeeft. De beroepsuitoefening van de bestuurder zou niet wezenlijk anders zijn zonder vennootschap.

Primair en secundair daderschap

In de literatuur wordt reeds een onderscheid gemaakt tussen primair en secundair daderschap van een bestuurder. Een primair dader is een bestuurder die handelt in strijd met een op hem persoonlijk rustende verplichting (zoals in het zojuist besproken arrest). De primair dader valt dus onder het normale schuldaansprakelijkheid regime. Een secundair dader is een bestuurder die een voor de vennootschap geldende norm overtreedt. Een secundair dader is slechts aansprakelijk indien hem ter zake een voldoende persoonlijk ernstig verwijt treft.
In de praktijk kan het lastig zijn om dit onderscheid te maken. Zo zijn er sprekende gevallen van primair daderschap zoals een bestuurder die een schuldenaar in een koelcel opsluit. In minder duidelijke gevallen zal het niet altijd gemakkelijk zijn om te beoordelen of een door de bestuurder geschonden norm tot de vennootschap of tot de bestuurder zelf was gericht.

Indien u vragen heeft over bestuurdersaansprakelijkheid, dan kunt u geheel vrijblijvend contact opnemen met onze gespecialiseerde advocaten ondernemingsrecht (020-5210100).