13 februari 2020

Amsterdam maakt een juridisch rommeltje van aanpak Airbnb

Categorie: Bestuursrecht

De Raad van State op zijn beurt laat steken vallen door mee te gaan in de politieke beleidskeuzes van de gemeente zonder scherp toe te zien op de wettelijke begrenzingen van de gemeentelijke bevoegdheden in de Huisvestingswet. De handhaving van incidentele vakantieverhuur van woningen op grond van woningonttrekking is onjuist.

Duurzame bewoning

In Amsterdam ontbreekt er een bestaande adequate wettelijke grondslag voor de aanpak van vakantiehuur. Bovendien is er onvoldoende onderzoek gedaan naar overlast door toeristen. Een dag vakantieverhuur van een woning die door een hoofdbewoner wordt bewoond, is geen woningonttrekking. Incidentele vakantieverhuur heeft geen invloed op de woonruimtevoorraad en heeft ook geen invloed op de schaarste op de woningmarkt. De stelling van de Raad van State dat een woning die voor een weekend aan toeristen wordt verhuurd, niet meer geschikt is voor duurzame bewoning, is onterecht. Van duurzame bewoning is namelijk nog steeds sprake als een woning voor ongeveer een zes maanden in een jaar wordt bewoond. Het af en toe verhuren van een woning aan toeristen, als de hoofdbewoner er een paar dagen op uit is, doet dus geen afbreuk aan de woonfunctie van de woning.

Bestraffen zonder adequate bevoegdheidsgrondslag

Amsterdam heeft last van Airbnb, en er is draagvlak om de ongewenste neveneffecten van toeristische verhuur van woningen aan te pakken, maar dat rechtvaardigt niet het machtsmisbruik van de gemeente door bestraffende handhaving van incidentele toeristische verhuur van woningen zonder adequate bevoegdheidsgrondslag in de wet. In elk geval zolang de voorgestelde ‘Wet toeristische verhuur van woonruimten’ er nog niet is, kan dat dus betekenen dat iedereen die in dit kader een boete ontvangt, deze niet hoeft te betalen.

Nieuwe wet, begrijpelijkere regels

Ook het wetsvoorstel voor de ‘Wet toeristische verhuur van woonruimten’ dat nu ter behandeling voorligt in de Kamer, wordt in het boek besproken. Het is goed dat er een nieuwe wet op komst is, omdat daarmee een bevoegdheidsgrondslag in de wet wordt neergelegd voor regels die nu door de gemeente zonder wettelijke grondslag worden gehandhaafd. Voor burgers zullen de regels begrijpelijker worden en handhaving van de gemeente zal beter te voorzien zijn. De voorgestelde wet beoogt een bevoegdheid te creëren voor gemeenten om een vergunningplicht en meldplicht voor vakantieverhuur van woningen te kunnen regelen. Daarnaast beoogt het wetsvoorstel een landelijke registratieverplichting in te voeren. ‘Hoe eerder het nieuwe wetsvoorstel wordt aangenomen, hoe beter. Dan ligt er tenminste een fatsoenlijke basis om als betrouwbare overheid ook op de juiste gronden te handhaven’.